– Mensen met dementie zijn altijd volwassen mensen en dienen ook zo behandeld te worden, ongeacht in welke fase ze zich bevinden.
– Ga er niet vanuit dat niets meer klopt wat iemand met dementie vertelt. Mensen met dementie zijn niet 24 uur per dag verward, ze hebben op de meest onverwachte momenten een helder moment.
– Gedrag (boosheid, herhalen, knoeien) is helaas niet te corrigeren, dus proberen heeft weinig zin.
– Niets is erger dan steeds getest worden op je kennis en kunde. Vragen als: weet u mijn naam nog? welke dag is het vandaag? Dit soort vragen kunt u beter vermijden. Praat over iets dat de persoon in kwestie aanspreekt.
– Het is beter om het gesprek aan te passen aan het niveau van de persoon met dementie. Het hoeft geen diepgaand gesprek te zijn, een blik, glimlach, een korte begroeting is al voldoende. Iedereen heeft recht op respect, aandacht en waardering.
– Praat niet over, maar met de persoon met dementie. Het is net zoals met iemand in een rolstoel, dan praat je ook niet met de duwer maar je richt je tot de persoon die erin zit. Mensen met dementie zijn niet doof, ze horen als er over ze gepraat wordt en trekken hun eigen conclusies. Dit kan ze emotioneel of verdrietig maken.
– Richt je niet op de dingen die niet meer kunnen, maar kijk wat er nog allemaal wel kan en stem daar je activiteiten op af. Geef complimenten als dingen lukken of goed gaan.
Bekijk als mantelzorger wat de mogelijkheden zijn om een of twee (vaste) vervangende mantelzorger(s) in te schakelen. Zo kan de partner van iemand met dementie (of een chronische aandoening) ook even vrij nemen en iets voor zichzelf doen. Informeer gerust bij ons naar de mogelijkheden.